Als je zonnepanelen op je dak hebt liggen, weet je dat deze panelen natuurlijk niet altijd evenveel stroom leveren. Soms gebruik je meer stroom dan de zonnepanelen opwekken, terwijl je op andere momenten soms stroom over hebt. Je gaat dan stroom terug leveren aan het elektriciteitsnet. Dit is nu nog geen probleem, omdat dit wordt opgelost via de zogenaamde salderingsregeling, maar dit gaat in 2020 veranderen. In dit artikel worden het oude en het nieuwe systeem besproken.
De salderingsregeling
Het huidige systeem zit zo in elkaar dat een slimme meter registreert wanneer je stroom aan het stroomnet levert en wanneer je stroom afneemt. De opgewekte en de gebruikte stroom worden op de energierekening tegen elkaar weggestreept. Door deze regeling is het erg aantrekkelijk om zonnepanelen te kopen, omdat je er zeker van kunt zijn dat de stroom altijd tegen dezelfde prijs wordt afgenomen door de energieleverancier. De salderingsregeling gaat niet meer op als je meer stroom opwekt dan dat je zelf verbruikt. Je krijgt wel een kleine vergoeding voor de stroomproductie, maar je investering in de zonnepanelen verdien je er niet mee terug. In de salderingsregeling worden de opgewekte en gebruikte stroom zomaar tegen elkaar weggestreept, terwijl de marktprijs van de opgewekte stroom vaak veel lager ligt dan die van de geleverde stroom. Als de zon schijnt, heeft iedereen met zonnepanelen namelijk stroom over. Door dit grote overschot is de stroomprijs dan erg laag. Als de zon niet schijnt en je zelf elektriciteit wilt ontvangen, willen veel andere mensen met zonnepanelen dat ook, zodat de prijs erg hoog is. In het huidige systeem betaalt de overheid het verlies wat de energiemaatschappijen door de salderingsregeling lijden.
Nieuwe regeling
Doordat steeds meer mensen zonnepanelen nemen, is de overheid steeds meer geld kwijt aan deze salderingsregeling. Dit heeft hen doen besluiten om vanaf 2020 over te gaan op een ander systeem. In het nieuwe systeem komt er een vaste subsidie voor ieder kWh die de consument gaat leveren. Hier staat tegenover dat de consument dus wel gaat terug leveren aan het net voor de marktprijs. Hierdoor duurt het soms iets langer om de zonnepanelen terug te verdienen. Omdat op termijn zonnepanelen nog goedkoper worden en ook steeds meer accu’s in bijvoorbeeld elektrische auto’s beschikbaar zijn om de opgewekte stroom op te slaan, blijven zonnepanelen ook in de toekomst nog steeds een zeer rendabele investering. Ook de overheid zegt dat een terugverdientijd van ongeveer zeven jaar het uitgangspunt moet blijven. Iedereen die dus denkt dat na 2020 het einde van het zonnepaneel aanstaande is, zal ongelijk krijgen. Deze panelen zijn en blijven een belangrijke vorm van duurzame energie.